In de strijd tegen islamitisch fundamentalisme en extremisme blijkt de ‘Vrijheid van Godsdienst’ – verankerd in de grondwet – dus nog steeds een heilig huisje waar niet aan getornd mag worden. Op het eerste gezicht lijkt dat logisch binnen een democratische rechtsstaat als Nederland maar is dat wel zo? Verdient de ‘vrijheid van godsdienst’ speciale bescherming als grondrecht?
Persoonlijk ben ik er nu echt wel klaar mee. Ik ben ziek van de islamitische terreur en de groeiende invloed van schadelijke religie in de islamistische vorm van Islam in onze buurten, scholen en het openbare leven. Onze politieke leiders zijn echter blind, reageren puur ideologisch en/of irrationeel. In feite zijn er nu 3 smaken: Wegkijken, meer van hetzelfde of het ondermijnen van de rechtstaat.
De vraag is wat te doen om te voorkomen dat we afglijden naar een toekomst gelijk aan Libanon of naar een fascistische politiestaat. Ik geloof niet in het fatalisme dat het allemaal te laat is, maar ook niet dat onze samenleving zo sterk is dat het vanzelf allemaal wel goed komt.
Vandaar dat ik hieronder een aantal principes beschrijf die volgens mij de blauwdruk zouden moeten zijn voor een plan om de samenleving weerbaarder te maken. De rode draad is dezelfde: Juist door actief en kritisch burgerschap en een open samenleving gaan we de misère te lijf en beperken we tegelijk de macht van gemeenschappen en de Staat om ideeën en identiteit op te leggen. Ik wil dat het mechanisme van kritisch denken, twijfel, discussie en afkeuring zijn werk kan doen en dat mensen niet zomaar van die invloeden kunnen worden afgeschermd.
Vrijheid van godsdienst
Schaf de ‘vrijheid van godsdienst’ af. In de praktijk betekent dit immers dat religieuzen speciale voorrechten en bescherming genieten die niet-religieuzen niet hebben en waardoor schadelijke segregatie wordt bevorderd. Vrijheid van godsdienst betekent feitelijke bevooroordeling voor de wet.
Het afschaffen van de ‘vrijheid van godsdienst’ leidt niet tot een verbod om religieus te zijn of om zich rond een bepaalde godsdienst of overtuiging te organiseren. Het is echter het erkennen dat godsdienst een opvatting is over de werkelijkheid plus de gevolgen (rituelen, gebruiken etc.) van die opvatting. Opvattingen, en het gemeenschappelijk delen en beleven van die opvattingen, worden al beschermd door 1) de vrijheid van meningsuiting, 2) van vergadering en 3) van vereniging.
Wat ik met de afschaffing van de ‘vrijheid van godsdienst’ wil bereiken is dat alle burgers feitelijk gelijk zijn voor de wet, ongeacht hun opvattingen. Dit heeft tot gevolg dat wanneer het uiten van een religieuze opvatting voorheen enkel werd beschermd door ‘de vrijheid van godsdienst’, het uiten van die opvatting, gelijk een vergelijkbare en strafbare niet religieuze opvatting, strafbaar wordt.
Hetzelfde gevolg heeft dit voor religieuze gebruiken en symbolen. Wanneer het gebruik van symbolen en rituelen enkel werd beschermd door de vrijheid van godsdienst, dan zal het gebruik van die symbolen en rituelen beperkt worden of verboden, gelijk aan andere vergelijkbare en niet religieuze gebruiken en symbolen.
Veel gestelde vragen en tegenwerpingen
Maar wat doen we dan met bijvoorbeeld religieus slachten?
Hetzelfde principe geldt: Of niemand mag onverdoofd slachten of iedereen mag het. Als we het belangrijk vinden dat religieuze minderheden onverdoofd kunnen slachten, dan mag iedereen onverdoofd slachten. Het moet irrelevant zijn of het slachten van rituele aard is. Wanneer we dierenwelzijn belangrijker vinden, dan verbieden we het voor iedereen.
En symbolen op het werk?
Ook hier gaat het principe van gelijke behandeling op: we regelen bijvoorbeeld dat werkgevers alle symbolen moeten toelaten in dezelfde mate en situaties (hoofddoeken en zichtbare kruizen achter de kassa, maar ook hanenkammen, piercings etc.) of werkgevers kunnen kiezen voor een neutraal beleid waarin hij of zij alle individuele (geloofs)symbolen in dezelfde mate moet weren op de werkvloer.
Maar dat is de aantasting van de identiteit! Die laat je niet thuis!
Identiteit zit in je hoofd. Ik vind dat mensen buiten werktijd en privé zich zo mogen uiten als ze willen. Daar moet een hele grote mate van vrijheid zijn: zelfs hakenkruizen en Isis-vlaggen. De boerka is anders: kledingstukken met het doel iemands identiteit te verbergen kunnen niet in een open samenleving.
Het moet volkomen normaal zijn dat een burger in zijn of haar privé-tijd opvattingen naar buiten toe etaleert. Maar tegelijkertijd moet het ook heel normaal zijn dat er situaties voorkomen, zoals werk (met name voor de overheid!) of school waarin je je symbolen niet etaleert. Het uiten van je identiteit gaat dus niet boven alles, maar in je eigen tijd moet je bijna maximale vrijheid hebben.
Vrijheid van Onderwijs
Pas het bijzonder onderwijs aan. Segregatie en verzuiling begint bij het vervuilen van kindergeesten. Onderwijs is niet van de Staat. Maar ook niet van de ouder. Onderwijs is van de hele Nederlandse gemeenschap. Kritisch denken, wetenschap en burgerschap moeten de boventoon voeren voor het collectieve belang.
De Staat mag de segregatie van kinderen niet bevorderen. Kinderen kunnen dan ook niet religieus zijn. Confessioneel bijzonder onderwijs zal de overheid dan ook niet meer moeten faciliteren. Voor iedereen seculier onderwijs, wellicht gedifferentieerd op basis van pedagogisch-onderwijskundige gronden. Kinderen en jong volwassenen moeten buiten hun eigen sociale kring en gemeenschap kennis kunnen nemen van andersdenkenden en andere en conflicterende opvattingen.
Veel gestelde vragen en tegenwerpingen
Maar dat is de dictatuur van de Staat! Het is mijn kind, niet van de overheid!
Het is jouw kind. Maar ook een lid van de Nederlandse gemeenschap. Er is daarom ook een collectief belang. Maar dit betekent niet dat je als burger niet naast het reguliere onderwijs je eigen lessen mag regelen. Religieonderwijs op de moskee/kerk/tempel/synagoge wordt natuurlijk niet verboden. Maar dat regelen ouders zelf, ongesubsidieerd en naast het normale onderwijs.
Vrijheid van meningsuiting
Dit laatste punt is het belangrijkste punt en tevens de pilaar waar de andere principes op steunen. Verruim de vrijheid van meningsuiting. Zolang mensen niet oproepen tot geweld of smaad, of oproepen tot gedrag dat direct gevaar oplevert, zou ‘je mening uiten’ vrij moeten zijn. Dat betekent dat de Staat ook het uiten van de meest idiote denkbeelden niet gaat vervolgen. Het is aan de mechanismen van wetenschap en het kritische weerwoord van burgers om idiote ideeën te bestrijden.
Het verbieden van meningen heeft onze maatschappij lui gemaakt. Door te denken dat verbieden de oplossing is, kunnen we nu idiote ideeën niet het hoofd bieden. Door niet te willen of mogen kwetsen, creëren we een dictatuur van de gekwetsten. Het idee dat de wet bepaalt wat wel of niet toelaatbaar is, wat wel of niet idiote ideeën zijn, is een giftig idee. Het schakelt het kritisch denken uit en creëert juist die samenleving waarin het mechanisme van afkeuring meer en meer in kracht afneemt.
Veel gestelde vragen en tegenwerpingen
Maar moet haatzaaien zomaar kunnen? Dan krijgen we een tweede holocaust!
Het is niet zo dat de holocaust het gevolg is van een vrije en open samenleving. Juist repressieve wetgeving en staats- en religieuze indoctrinatie (1500 jaar christelijk antisemitisme?) hebben de mensheid geteisterd. Het opkomende antisemitisme in West-Europa en onze machteloosheid dat te keren is het gevolg van het leunen op wetten en regels in plaats van het vrije woord, debat en kritisch denken.
Het zullen burgers zelf moeten zijn die achterlijkheid bestrijden met het vrije woord. Het zijn burgers zelf die via het mechanisme van afkeuring goede ideeën laten zegevieren over slechte ideeën. Het is aan burgers om zichzelf te informeren en actief mee moeten doen met het maatschappelijke debat. Ik zie dat als een burgerplicht. Want anders creëren we monsters. De tijd van ‘alle opvattingen zijn gelijkwaardig’ en ‘je moet respect hebben voor iemands mening’ is voorbij. Er woedt een ideeënstrijd die gewonnen moet worden.
Tot slot
Is dit nu alles? Nee, dit is niet het hele verhaal. Discriminatie op de arbeidsmarkt, armoede en gebrek aan kansen zijn allemaal factoren die meespelen in terreur en een gesegregeerde samenleving. Evenals het leunen van de overheid op zogenaamde religieuze- en gemeenschapsleiders. Mensen zijn op eerste plaats Nederlands staatsburger en niet op de eerste plaats deel van een of andere religieuze of ethische gemeenschap.
Maar als we onze samenleving niet langs deze principes gaan inrichten en wel verwachten dat we met meer onderwijs, stages, buurtcoaches en Wildersbestrijding de strijd gaan winnen, dan zijn we schuldig aan wensdenken. Ik gun mijn kinderen een betere toekomst.
Snuffel, je schrijft “Het zijn burgers zelf die via het mechanisme van afkeuring goede ideeën laten zegevieren over slechte ideeën.”
Welke ideeën zijn dan goed en welke slecht? Wordt dat dan bepaald door de “tirannie van de meerderheid”?
Leuk! U bent onze eerste reactie! Dat is een mijlpaal!
Ten eerste bedoel ik met ‘goede ideeën’ vooral die ideeën die ‘waar zijn’, die dus zo goed mogelijk overeenkomen met de werkelijkheid. De wetenschappelijke methode heeft wat dat betreft de beste resultaten opgeleverd.
Ten tweede lijkt het me geen goed idee dat een rechter gaat bepalen wat goede of slechte ideeën zijn, wat dus ‘waar’ is. En belediging is slechts een subjectieve beleving. ‘Laat de rechter het maar bepalen’ brengt dan geen vooruitgang, maar een toetsing die het debat dreigt te stoppen. De rechter is een arbiter die doet aan waarheidsvinding binnen de context van het juridische proces, maar geen autoriteit m.b.t de waarheid.
Ten derde zijn er altijd ideeën die niet precies in een wetenschappelijke mal passen. ‘Is polygamie verkeerd?’ bijvoorbeeld. Of wat ‘goed’ en ‘slecht’ nu precies is. Nu kan wetenschap daar wel iets over zeggen, bijvoorbeeld via evolutionaire psychologie. Maar zoals ik schrijf zijn juist 2 zaken van belang: de kritische actieve burger EN wetenschap. Wetenschap levert idealiter de kennis en burgers zullen met elkaar daarover in gesprek gaan. En dat is een eeuwig durend debat, iets wat juist altijd MOET doorgaan. De waarheid zoeken in het debat over goed en slecht is in die zin een zoektocht naar de werkelijkheid die nooit helemaal kenbaar is. Minderheidsstandpunten moeten daarom juist worden gewaarborgd door een brede VvMU en bescherming.
Interessant artikel. Als Christen ga ik een eind met u mee. Wat ik lastig vind is het recht op beledigen en verder. Wie bepaalt wanneer een grens wordt overschreden? Ik hoef als Christen niet bevooroordeeld te worden, zoals u zegt, dat kan ik zelf regelen. Ook eens: De wetten die voor mij gelden, gelden ook voor een ander, zoals onverdoofd slachten e.d.
Wat mij bezorgd maakt is het pleidooi voor de kracht van het collectief. In uw pleidooi gaat u uit van berenereerde argumenten om iets wel of niet wenselijk te achten vanuit de massa. Echter, is het niet diezelfde massa die vanuit zelfherkenning assimilatie eist van minderheden en andersdenkenden welke leidt tot suprematie en uitsluiting?