Als iemand gediscrimineerd wordt om zijn afkomst, zijn het vanouds links-liberalen die pal staan voor zijn rechten.
Als iemand gediscrimineerd wordt om zijn levensovertuiging, zijn het vanouds links-liberalen die pal staan voor zijn godsdienstvrijheid en vrijheid van meningsuiting.
Als iemand gediscrimineerd wordt om zijn seksuele geaardheid, zijn het vanouds links-liberalen die pal staan voor zijn vrijheid zijn eigen leven te leiden met de partner voor wie hij zelf kiest.
Ik denk er niet elke vijf minuten aan, maar ik ben ongelooflijk dankbaar dat ik in een land ben geboren en opgegroeid waar deze principes voor mij zijn bevochten. Door generaties van linkse en liberale mensen.
Maar er gaat iets heel erg mis. En soms slaat die pijnlijke waarheid me als een plank in mijn gezicht.
Deze week sprak ik een Nederlandse man met een migrantenachtergrond, homo en ex-moslim. We hadden het over racisme, discriminatie en intolerantie. Ik zei hem hoe bang ik ben dat hij klem zit tussen xenofoben en racisten enerzijds, en religieuze intoleranten anderzijds – met te weinig steun van de linkse en liberale partijen.
Later mailde hij me een toevoeging. Die kwam hard aan.
“Ik moet eerlijk zeggen dat ik met name teleurgesteld ben in de links-liberale hoek. Door identiteitspolitiek is de religieuze burger verheven tot het ultieme slachtoffer, waardoor (legitieme) kritiek op hen niet wordt geduld. Dit uit zich vaak in jijbakken. Ik zou bijvoorbeeld getraumatiseerd zijn, wraak willen nemen op mijn gemeenschap, ik zou een self-hating muslim zijn, of een militante atheïst. En dan met name van de witte linkerflank van GroenLinks en D66.”
Het is nu al dagen geleden, maar het wil niet uit mijn hoofd. Ik voel verdriet, en een soort machteloze woede.
Ik kan hier ellenlange betogen schrijven over hoe en waarom en waardoor en door wie. Maar eigenlijk wil ik maar één ding.
Verander dit vandaag nog, links-liberalen. Sta voor al je principes, voor *iedereen*. Doe iets.
Laat je seculiere tanden écht zien.
NU.