“Umrla baba Danica” stuurde mijn moeder gisteren vanuit Servië via Messenger. Haar moeder, mijn oma was overleden. Mijn moeder heb ik jaren niet gesproken. Een van de laatste gesprekken die we hadden heb ik haar verteld dat ze niet op kleinkinderen hoefde te rekenen. Hoewel het haar niet verraste, liet ze toch een traan.
Sinds mijn derde liep ik rond in de rokjes van mijn oudere zus. Het eerste singeltje dat ik kreeg van mijn ouders was van Divine: Shake it Up. Ik playbackte het nummer met een kussen onder mijn pyjama om haar figuur na te bootsen.
Mijn favoriete tekenfilm serie was Jem and the Holograms. Ik knipte de robijnen oorbellen uit de serie, die in contact stonden met de holografische computer Synergy, uit van papier en plakte ze met lijm aan mijn oren. Zo playbackte ik alle nummers uit de serie.
Op de basisschool ging ik verkleed als Madonna naar feestelijkheden. Ik trad op voor Sinterklaas. Material Girl. Op mijn moeders hakken. Ik had geen idee.
Ik had ook nog een oorbel in mijn linker oor, sinds mijn zesde.
Natuurlijk leverde dit wel eens pesterijen op. ‘Ben je nou een jongen of een meisje?’. Ik denk dat ik mazzel had dat ik een nogal dominant typetje was, en de slimste van de klas. Het deed me niet veel.
Ze zullen het er vast onderling wel over hebben gehad, maar nooit heb ik het gevoel gehad dat ik me anders moest gedragen.
Gisteren bracht de HEMA naar buiten bepaalde kinderkleding neutraal aan te duiden. In navolging van genderneutrale tips voor de ambtenaren van Amsterdam en de genderloze aanduiding in onze treinen, leverde ook dit de nodige heisa op.
Als ik dan mijn jeugd zo bekijk waren mijn ouders eigenlijk heel progressief. Onbewust bekwaam vermoed ik. Ze lieten mijn gang gaan, zonder onvertogen woord. Ondanks alle labels.