Fatima Elatik. Als ze betaald zou worden om een nationale dialoog op gang te brengen dan was ze haar geld dubbel en dwars waard, want de afgelopen dagen voerde het hoofddoekjesdebat de boventoon.
Het probleem? Er werken niet genoeg minderheden bij de politie en daar moet wat aan gebeuren. Toen politiechef Pieter-Jaap Aalbersberg haar vroeg of het wellicht zou helpen om agentes met hijab toe te laten was Fatima niet te beroerd om haar 12k per maand om te zetten in een even voorspelbaar als kortzichtig “goed plan!”. Wie had dat gedacht?
Het uniform: een herkenbaar blanco vel
Het is op zich een nobel streven om het politiekorps een goede afspiegeling te laten zijn van onze maatschappij, maar daarbij mag een ander nobel streven niet uit het oog verloren worden: een politieagent vertegenwoordigt de overheid en is voor de burger een herkenbaar, onpartijdig aanspreekpunt. Juist dat is in het geding wanneer agenten hun persoonlijke identiteit gaan uitdragen door af te wijken van de voorgeschreven dienstkleding.
Natuurlijk heeft iedereen zijn eigen opvattingen, uiteraard werken zowel PVV’ers als SGP’ers en GroenLinks stemmers bij de politie, wellicht heb je een vooronderstelling over de religie of politieke overtuiging van een agent wanneer je die spreekt, maar in principe geldt dat iedere agent een soort blanco vel is waar je van uit mag gaan dat hij of zij in staat is objectief te handelen. Dat is een buitengewoon groot goed dat verder gaat dan scheiding van kerk en staat.
Maar wat is nu eigenlijk het probleem?
Het probleem is dat aan uitingen van individuele identiteit zoals een hijab, een rozenkrans, een keppeltje of een prinsenvlag een heleboel waarden ten grondslag liggen die objectiviteit als uitgangspunt erg lastig te verdedigen maken – zeker wanneer die identiteit klaarblijkelijk zo zwaar weegt dat deze tijdens het uitvoeren van politiewerk geuit moet worden.
Zou een moslima die te maken heeft met huiselijk geweld haar verhaal kunnen doen bij een agente die zichtbaar een orthodoxe vorm van islam aanhangt? Heeft een homoseksueel koppel dat in hun woonomgeving bedreigd wordt behoefte om een verklaring af te leggen aan een man of vrouw wiens zichtbaar uitgedragen religie hun levenswijze sterk afkeurt? Mag een orthodox moslima überhaupt alleen in een ruimte zijn met een mannelijke collega of tijdens haar werkzaamheden een mannelijke verdachte aanraken?
Andersom zou een moslim niet het gevoel hebben een eerlijke behandeling te krijgen wanneer hij ingerekend wordt door een agent met een keppeltje of een “minder minder minder” petje. Iedere toevoeging van identiteit aan het neutrale uniform zal, terecht of onterecht, vragen opwerpen omtrent het handelen van de agent in kwestie. Wanneer eenmaal toegestaan wordt vanwege geloofsovertuiging af te wijken van de kledingvoorschriften is het hek van de dam en zal de ene na de andere groepering zich melden om ook hun identiteit uit te mogen dragen wanneer ze de politiepet op hebben. Ik geef ze geen ongelijk.
Consequenties
Vrouwen die per se een hijab willen dragen kunnen geen agente worden. Daar is niets vreemds of oneerlijks aan. Wie een religie of ideologie aanhangt zal daarbij soms ook nadelen ondervinden. Hoe strenger men in de leer is, hoe verstrekkender de gevolgen kunnen zijn. Dat doet niets af aan het feit dat het een individuele keuze is om een religie of ideologie zo strikt te interpreteren. En tenzij die levenswijze van bovenaf opgelegd wordt mag je er van uit gaan dat die keuze ook genoeg positieve dingen oplevert.
De agentes die we toe zouden moeten juichen zijn juist de moslima’s die bereid zijn om voor hun vak hun hijab af te doen, moslima’s die überhaupt al geen hijab dragen en ex-moslima’s die zich losgemaakt hebben van de vrouwonvriendelijke dogma’s van het Islamisme. Groeperingen die naar mijn weten ook nog niet voldoende terug te vinden zijn in het politiekorps.