Vandaag werd duidelijk dat PVV leider Geert Wilders wordt veroordeeld voor groepsbelediging en aanzetten tot discriminatie. Als je het hebt over Marokkanen, zet je met ‘minder, minder, minder’ volgens de rechters aan tot discriminatie en belediging van een groep. Geen aanzet tot haat. Geen aanzet tot geweld. Maar: aanzet tot discriminatie. En: geen straf want de veroordeling zelf is kennelijk voldoende.
De grondwet staat buiten kijf. Iedereen in Nederland verdient gelijke behandeling. Discrimineren op grond van geaardheid, ras, huidskleur, geslacht, leeftijd, religie, nationaliteit: alle strikt verboden om wederzijdse tolerantie te bevorderen.
Toch blijven er twee zaken knagen. Ten eerste, religie of beter: islam. De catch22 van wederzijdse tolerantie is dat sommige intolerante religieuze doctrines door de grondwet worden beschermd als kritiek hierop onder het aanzetten van discriminatie (of erger: racisme) wordt geschaard. In deze rechtszaak tegen Wilders ging het feitelijk niet over religie, maar zijn achterban groeit momenteel dagelijks door een ondertoon van een afwezige oprechte dialoog in onze samenleving.
In de tweede plaats: vrijheid van meningsuiting (in het Engels veel beter: free speech) werkt alleen als dit ook geldt voor de minst populaire opvattingen en uitingen. En het recht om te uiten is minstens zo belangrijk als het recht van anderen om deze uiting ook te horen. Wilt u echt dat een rechter of politicus bepaalt wat u wel of niet mag horen of lezen? Voelt u zich beschermd of beknot door de krampachtige redenaties en juridische interpretaties van ras, haat, discriminatie en belediging? Luister naar deze legendarische speech van Christopher Hitchens en stel uzelf de vraag: knaagt er nog iets?
Misschien wat laat een reactie, maar toch nog even over dat slappe vonnis Wilders.
Groepsbelediging klinkt heftig omdat het op groepsverkrachting lijkt, maar is een onduidelijk en veel te rekbaar begrip. Als de lengte van iemands tenen bepaalt tot hoever iemands vrijheid van meningsuiting mag reiken, dan begeef je je op een hellend vlak. De mate waarin iemand zich beledigt voelt is nergens (juridisch) te toetsen. Bovendien zijn alle uitlatingen van imams, pastoors en dominees zeer beledigend voor de groep atheïsten en zouden op dezelfde gronden verboden moeten worden.
Aanzetten tot haat werd afgewezen door de rechtbank, in plaats daarvan kwam de rechter tot een soort ‘light’ variant: aanzet tot discriminatie. Dat is ook een vaag en wollig begrip. Het houdt namelijk impliciet in dat degene in kwestie (Wilders) zélf niet heeft gediscrimineerd. Maar slechts anderen ertoe aangezet hebben. En hoe dat precies in zijn werk is gegaan blijft onduidelijk.
Uit de gemankeerde uitspraak lijkt wel op te maken dat deze vertoning nooit voor een rechter had mogen komen. Het is een vonnis zonder straf, waardoor het nog meer de schijn van een politiek proces wekt. Een vermaning als polder-vonnis. Een ‘vingertje’ .
Welk doel heeft dit alles gediend? Het laten escaleren van reeds bestaande onlustgevoelens. Dát is wat deze rechtszaak heeft bereikt. Met als nastoot de conclusie dat men het blijkbaar niet aandurft de democratie zijn werk te laten doen. In plaats van vertrouwen tonen in de weliswaar tragere kracht van de democratie, heeft men toch naar instant succes gezocht.
Je zou de situatie van polarisatie en het failliet van links kunnen vergelijken met een metafoor: het falende (integratie) beleid van links heeft een poel van stilstaand water veroorzaakt. De talloze muggen vliegen vervolgens in de lamp die Wilders heet. Maw, het is niet de lamp die de voorwaarde heeft geschapen voor de aanwezigheid van de muggen – daar vliegen ze slechts op af. Het is het stilstaande water wat het ideale broeinest vormde voor het ontstaan ervan in de eerste plaats.